Whitsunday Island, een paradijs op aarde, we gaan er vandaag per zeilboot naartoe. De boot van tourorganisatie SV Whithaven vertrekt om 8.30 uur vanuit de haven van Airly Beach, ik ontbijt nog in mijn hostel en raak aan de praat met de Italiaanse receptioniste. Op het laatste moment moet ik nog haasten, maar we komen op tijd aan in de haven, waar vanuit we vertrekken. De gids en onze kapitein stellen zich voor en bespreken kort het programma voor de aankomende twee (zeil)dagen. Het is uiteindelijk 8.45 uur als we met de groep de haven uit varen, daar gaan we dan, hijs de zeilen!
De tocht naar het eiland een paar uur verderop blijkt iets minder paradijselijk, het waait enorm en de boot gaat flink tekeer. De golven zijn dusdanig hoog dat we horen dat de dagtrip boten terug worden geroepen naar de haven, dit blijkt in twintig jaar tijd niet te zijn gebeurd. Gelukkig mogen wij verder, ik moet en zal één van de mooiste plekken ter wereld gaan zien. Tussen de schommelingen door worden we getrakteerd op zoutwater douches. Volgens de kapitein niet koud, maar ‘verfrissend’.
Eenmaal bij het eiland aangekomen is de zee een stuk rustiger en kunnen we als groep elkaar wat leren kennen. Met veertien jongeren zitten we op de boot, waarvan, inclusief mezelf, drie Nederlanders. We krijgen een korte rondleiding en wat informatie hoe met faciliteiten op de boot om te gaan, zoals hoe de trap af te gaan en wanneer gebruik te maken van de twee douches.
Ondanks de wind die de dag erg koud maakt, gaat iedereen van de groep mee kajakken. Vervolgens springen we in het water om te gaan snorkelen, wat is het toch heerlijk rustig en prachtig onderwater. Ik zie geel koraal, paars en wit, tientallen verschillende kleine visjes en grotere vissen met de meest mooie kleurencombinaties. Het water is verrassend genoeg vrij warm, dus blijven we als groep een flinke tijd van deze onderwaterwereld genieten.
Onze gids, een jonge Australiër met humor, heeft flink zijn best gedaan in de ‘keuken’ van de boot, op open water eten we gezamenlijk onze maaltijd. Ik kies ondertussen mijn bed uit en dek het op.
We varen door naar een strand, complete ontstaan door dood koraal, nooit eerder zag ik zoiets. Uit de wind in de zon zoeken we een plekje, iedereen ontdooit. Even verderop trekken we opnieuw onze wetsuit en flippers aan en snorkelen nogmaals, twee meiden zien een zeeslang zwemmen. In de avond komen de hapjes en drankjes op tafel en blijk ik een goeie klik te hebben met de jonge kapitein. Ik vaar zelf een stukje en na het eten verteld hij voor de geïnteresseerden over het eiland en de vele vissen die er leven. Op de vraag hoe de naam ‘Whitsunday’s’ is ontstaan, weet ik het antwoord: kapitein James Cook dacht tijdens Whitsunday (Pinksterzondag) dit eiland ontdekt te hebben. Echter had hij geen rekening gehouden met het tijdsverschil tussen Engeland en Australië, het was namelijk in Australië al maandag. Ik leer vervolgens nieuwe dingen, zo hoor ik dat een zeeslang een super killer is, maar voor de mens ongevaarlijk omdat onze huid te dik is om doorheen te komen. Tot slot leer ik nog feitjes over haaien en kom ik erachter waarom het zand op Whitsunday’s zo spierwit is en nooit heet wordt: het bestaat voor 99,8% uit ‘silicium’, een chemisch element. We bekijken het Melkweg sterrenstelsel op het dek en sommigen slapen de nacht ook daar, ikzelf warm in de kajuit.
De volgende dag na het ontbijt is het dan echt zover: we varen door naar de plek waar alle boten liggen, daar gaat het anker uit en we varen met een klein rubber bootje naar Whitsunday National Park. Van daaruit lopen we naar hét uitzichtpunt, ik ben zó benieuwd. Onderweg laat onze gids nog wat gigantische spinnen zien die langs het pad in hun web van de zon genieten.
Eenmaal aangekomen bij het uitkijkpunt, kijken we uit over Whithaven Beach, het is gewoon werkelijk zo mooi als op de beroemde foto’s! Na wat foto’s te hebben gemaakt, lopen we naar beneden om het zand, (waarvan je een flinke boete kunt krijgen als je het meeneemt van het eiland) onder onze voeten te voelen. Het zand is super fijn heel zacht en piept continu onder je voeten. Een groepje meiden poetst de sieraden op, iets waar dit zand erg geschikt voor is. Je kunt er zelfs je tanden mee poetsen!
We lopen het kraakheldere water in, lichtblauw van kleur. Onze gids leert ons dat transparant water blauw lijkt, omdat we die kleur het beste waarnemen. Rood daarentegen kunnen we als mens bijna niet waarnemen in het water, waardoor we eigenlijk nooit rode vissen zien, die er wel degelijk zijn. We omsingelen een rog, door het heldere water krijg ik deze vrij goed op camera. We doen dit niet te lang, want ze kunnen steken als ze zich in de verdrukking voelen.
Als een groot deel van de groep foto’s op het strand maakt, blijf ik nog wat langer vissen spotten. En met succes: ik zie een kleine haai, niet gevaarlijk, wel mooi! Na enkele uurtjes loop ik nog één keer naar het uitkijkpunt alvorens we terug gaan naar het rubber bootje. We móéten voor 11.30 uur daar zijn, anders zitten we 6 uur vast op het eiland door het hoge watergetij, en dan komen ook de grote haaien…
Iedereen heeft slippers aan om via rotsen het rubber bootje te bereiken. Ik heb echter alleen dichte schoenen bij me en haal m’n voet open, gelukkig stelpt het bloed al gauw op de zeilboot. De zee is nu een stuk rustiger, onze gids slooft zich nog een keer uit voor een prima lunch. Op het gemak varen we terug naar het vaste land, mijn telefoon vastgeknepen, in verband met de bijzondere foto’s die erop staan. Ik help met de touwen tijdens het aanmeren, we bedanken de crew en nemen afscheid van elkaar. Een fantastische ervaring en zeker een aanrader!
Loek de Vroomen – 17 september 2018
Reageren