Borneo: Natuurschoon tussen de palmolie plantages

Wanneer men aan Borneo denkt, gaat het vooral over de jungle en Oerang-Oetangs. Maar bij aankomt blijkt het al snel anders te zijn. Overal waar je komt zie je palmolie plantages en niet zo’n kleintjes ook niet.

Kota Kinabalu

Ik kom aan in de stad Kota Kinabalu, de hoofdstad van de provincie Sabah. In de stad zelf is weinig te beleven, binnen een uur heb je de binnenstad wel gezien en echt speciaal is het ook niet. Dit is ook niet de reden dat je naar Borneo komt. Je komt voor de natuur en wildlife! Voor de kust van Kota Kinabalu liggen 5 eilanden die je kunt bezoeken. Op deze eilanden kun je relaxen en heerlijk snorkelen. Zorg wel dat je je eten en drinken zelf meeneemt want en zijn vaak geen winkels waar je iets kan kopen.

Tour door de jungle

Ik boek later op de dag een tour voor de 3 dagen, 2 nachten, bij de kinabantangang rivier. Een tip voor de reizigers in het hoogseizoen. Probeer bij aankomst gelijk een tour te boeken, in het hoogseizoen zit het snel vol en moet je al snel een aantal dagen wachten voordat je echt de jungle in kan. Deze tour is zeker de moeite waard omdat enkele diersoorten bijna gegarandeerd zijn. De weg naar de jungle verandert mijn beeld van Borneo een beetje, tijdens de rit van ongeveer 7 uur zit ik de hele tijd naar plantages voor palmolie te staren. Jammer als je je realiseert dat dit allemaal ten koste is gegaan van de jungle. Het leefgebied van de dieren is zoveel verkleind door deze plantages, vooral de orang-oetangs hebben hier veel last van gehad.

kinabantangang rivier

Gelukkig is er nog wel een gedeelte echte jungle behouden gebleven. Ik had zelfs het geluk om wilde orang-oetangs te mogen spotten, verder zie je krokodillen, de neusapen, slangen, spinnen en schitterende vogels. Het spotten gaat vooral vanaf de rivier omdat de dieren minder bang zijn. De nachten breng je door in een kamp. Hier heb je een hut die, mits je de deur dicht houdt, mugvrij is. Verder wil ik jullie niet bang maken, maar het kamp is beschermd met een hek zodat de olifanten en katachtigen niet naar binnen kunnen. Wel kun je de sporen van krokodillen zien in het kamp wat het wel extra spannend maakt!

orang oetang

Sepilok, Semporna, Mabul en Sipadan

Na deze 3 dagen in de jungle vervolg ik mijn reis naar Sepilok. Hier is niet echt veel te beleven. Hier is echter wel het orang-oetang opvangcentrum te vinden. Dit was voor mij een leuk tijdverdrijf aan het einde van de middag. De volgende dag ga ik verder naar het oosten, Semporna is de bestemming. Deze stad is erg vies en je voelt je er iets minder veilig dan de rest van Borneo, maar nog steeds is het prima om te verblijven. Semporna zelf is de saaiste stad die ik tot nu toe in mijn reis gezien heb, maar vanaf hier kun je naar de twee tropische eilanden voor aan de oostkust: Mabul en Sipadan.

 sipadan island

Onder de echte duikliefhebbers is Sipadan bekent en zeker de moeite waard. Hier bevindt zich namelijk barracuda point, de beste duikplek ter wereld. Het kost je wat, maar dan heb je ook wat. Het is werkelijk een paradijs onder water. Je kunt er bijna alle soorten tropische vissen vinden die je maar kan bedenken: haaien, schildpadden, tonijn, barracuda’s, noem maar op. Het is zo kleurrijk en helder, dat ik zelfs een klein traantje laat wanneer ik weer op het wateroppervlak ben. Het was elke euro waard die ik aan deze drie duiken heb besteed.

Na deze “once-in-a-lifetime ervaring” vlieg ik terug naar Kota Kinabalu om vanuit daar naar mijn volgende bestemming te vliegen.

Reageren